Een rollen spel, dit is ideaal voor de bonte avond! een act waar de leiding “voor schut” wordt gezet voor de kids. De bedoeling is dat 1 leiding het verhaal verteld aan de kids. De andere leiding weten niet wat het verhaal is. Zo moeten de leiding die in het rollenspel zitten improviseren. Het is een leuk verhaal met interactie tussen het publiek en de spelers.
Rollen verdeling
Verdeel de rollen tussen de leidingen. Lees het verhaal een keer en kijk wie er goed in de rol past. Altijd leuk om de nieuwe leiding (magda’s) ervoor te nemen.
- Ten Zwartbaard –
- Roodbaard –
- Rosebaard –
- Groenbaard –
- Paarsbaard –
- Blauwbaard –
- Lotje –
- Flipje –
- Staartje –
- Papegaai –
Benodigdheden
Lees het verhaal om te zien wie welk voorwerp nodig heeft.
- Fles en schatkaart
- Houten been
- Wijn voor Paarsbaard
- Zwaard
- Zwart kruis
- Schmink
- Paardenstaart
- Boom (oud laken of vuilniszak)
[/fusion_checklist]
Het verhaal
Goedenavond allemaal
Ik ga jullie vertellen een piratenverhaal
Wat zich honderd jaar geleden afspeelde
In de tijd dat men elkaar nog vierendeelden
Het gaat over een stelletje onverlaten
Zelf vonden zij zich stoere en coole piraten
Voordat ik het verhaal ga vertellen
Zal ik ze eerst maar even voorstellen
Als eerste hebben we hier Roodbaard
Woest, gemeen en met een wel een hele grote zwaard
Blauwbaard is de volgende naar ik meen
Hij is de enige met een houten been
En nu mag jij, Zwartbaard, kom maar gauw
met je trouwe papagaai KoppieKrauw
Dan komt hier Paarsbaard eraan
Hij is 1.50 lang en kan van de alcohol amper blijven staan
En Groenbaard is een apart figuur
Hij stottert en kijkt altijd zuur
En dan als laatste hebben we nog bewaard
De lieftallige en charmante Rosebaard
Nu alle piraten zijn voorgesteld
Wordt het tijd voor onze held
Zijn naam gaat de hele wereld rond
Hij staat bekend als de held met een grote mond
Zijn naam is Pieter Jan Bestevaartje
Maar iedereen noemt hem altijd Staartje
En dan hebben we nog de mensen waarmee het verhaal begint
Lotje en Flipje, allebei een armeluiskind
Zo nu hebben jullie met alle hoofdrolspelers kennis gemaakt
En begint nu het verhaal om eer en wraak
Alle acteurs mogen nu achter de deur gaan staan
En gaan reageren als ze horen hun naam
Het begon allemaal met een wandeling langs het strand
Lotje en Flipje liepen hand in hand
En echt, je ziet het wel
Het is een heel verliefd stel
Zij wandelden al een uur aan de kust
En genoten van elkaar, de wind en de rust
Plotseling zag je Flipje verstijven
Want daar kwam iets uit de zee aandrijven
Flipje pakte het snel uit de zee
En werd het goed onderzocht door alle twee
“He”, zei Lotje, “het is een fles met inhoud”
“Inderdaad”, zei Flipje, “we halen het er gauw uit”
Flipje pakte uit de fles het papier
Op een heel handige manier
Flipje bekeek het papier van top tot teen
Tot langzamerhand de betekenis ervan tot hem doorscheen
Flipje zei “Oooh” en “aah..het is een schatkaart, wat een buitenkansje”,
En van blijdschap deden zij een Iers tapdansje.
Deze vrolijke toestand ging niet ongemerkt voorbij, want Roodbaard stond er stiekempjes bij.
“Alle wind in de zeilen”, zei Roodbaard, “Voor mij wordt die kaart!”
“Die is vast heel veel dukaten waard”.
Maar hoe moest hij die kaart in zijn bezit zien te krijgen
De enige manier is om deze twee aan zijn zwaard te rijgen
Zo gezegd en zo gedaan
Het was snel en vlot gegaan
Ondanks dat het publiek riep: “Kijk uit” en “pas op”
En ook nog: “Pas op je kop!”
Sprong Roodbaard tevoorschijn zo gek en zo maf
En sloeg met 1 klap met zijn zwaard het hoofd van Flipje eraf
Lotje schrok en schreeuwde het uit
“ga weg jij engerd” klonk het luid
Lotje vluchtte met tranen in haar ogen weg
Terwijl ze in gedachten haar Flipje vaarwel zegt
Roodbaard liet haar maar gewoon gaan
Hij had de schatkaart en hoefde dus niet meer achter haar aan
Hij vluchtte weg in vliegende vaart
Met in zijn hand die kostbare schatkaart
Maar nu wordt het verhaal pas echt interessant
Want wie heeft alles gezien vanaf de zijkant?
KoppieKrauw de papagaai van Zwartbaard
Een mooi beesie met een blauwe staart
Hij krijste: “HELP HELP” en “DOOD DOOD”
Daarna:”KAART KAART”en “ROOD ROOD”
Verschrikt vloog hij met de wind mee
Richting de Herberg met uitzicht over zee
Daar zaten alle piraten gezellig bij elkaar
Zelfs Roodbaard was intussen al daar
KoppieKrauw vloog naar binnen met een vaart
En ging zitten op de schouder van Zwartbaard
KoppieKrauw krijste: “HELP HELP”en “DOOD DOOD”
Daarna:”KAART KAART” en “ROOD ROOD”
Zwartbaard kende zijn papegaai door en door
En gaf hieraan gelijk gehoor
Hij sprong woest op en riep: “Jij Roodbaard, jij schavuit”
“Is die kaart soms een oorlogsbuit?”
KoppieKrauw schrok hier vreselijk van en vliegensvlug
vloog hij verschrikt op Rosebaard zijn rug
“Guttegut”, zei Rosebaard snel
“Ik ben geen luxe papegaaienhotel”
Groenbaard sprong ook op met grote onvree
En riep luid tegen Roodbaard :”H..h…h…hatsiekadee”
“w..w…wat heeft die kaart voor w…w..waarde
dat je iemand daar dood v..v..voor v..v..verklaarde?”
Ook Paarsbaard ging zich er mee bemoeien
Maar door de alcohol gingen zijn woorden samenvloeien
Hij mompelde de volgende woorden onverstaanbaar
“Roodbaard jij bent een huichelaar”
Maar toen kwam Blauwbaard met zijn houten been aansnellen
Hij zei:”Laat Roodbaard eerst zijn verhaal maar eens vertellen”
Ondertussen kwam onze held Staartje de Herberg binnen
En wilde net aan een lekker colaatje beginnen
Toen hij het groepje piraten zag staan
Kreeg hij enigszins een beetje argwaan
Hij ging zo staan dat hij ze ongemerkt kon horen
Hij kreeg van wat hij hoorde hele rode oren
De piraten zich van geen gevaar berust
Praatten over hun plannen doelbewust
Roodbaard die eieren koos voor zijn geld
Heeft toen het hele verhaal verteld
Roodbaard zei: ”oké, oké, ik zal maar bekennen
En jullie met dit nieuws verwennen
Ik heb een schatkaart op de kop weten te tikken
Maar jullie mogen ook een graantje mee pikken”
Hij pakte de kaart en rolde het open
En de ruzie was gelijk afgelopen
KoppieKrauw kwam ook weer tot rust
Nu de gemoederen waren gesust
Hij vloog weer terug naar Zwartbaard
En keek mee over zijn schouder naar de schatkaart
KoppieKrauw riep: “SCHAT..SCHAT” en…”SNEL… SNEL”
Daarna: “WAAR…. WAAR” en “VERTEL… VERTEL”
Rosebaard nogal klein van stuk
Is van alle piraten de ukkepuk
Hij sprong dan ook constant op en neer
En zei: “guttegut”en “excuseer”
“Graag wil ik ook op de kaart kijken
Kunt u misschien een beetje uitwijken?”
De piraten schoven wat opzij
En lieten Rosebaard wat dichterbij
De kaart ging van hand tot hand
Het was duidelijk..de schat lag op Dodemanseiland
Plots kwam ook Lotje binnen stappen
En zag ze daar staan dat stelletje zuiplappen
“Oh Oh”, fluisterde ze geschrokken
“Hoe kom ik hier weer weg zonder brokken”
Staartje hoorde haar wanhoopskreet
Dat dwars door zijn hart sneed
Hij werd op slag verliefd op haar
En wilde worden haar lieftallige minnaar
Hij stoof op haar af en vroeg
Waarom zij zich zo gedroeg
Lotje die ook van Staartje was gecharmeerd
Vertelde nog enigszins gechockeerd
“De schatkaart had ik eerlijk gevonden
totdat het weer ontstolen werd door die bastaardhonden”
“Nou lieve meid”, zei Staartje “Dan ben je bij mij aan het juiste adres”
“Ik ga jou helpen, mijn lieve prinses”
“want ik wil voor jou alles doen
in ruil voor een heerlijke nachtzoen”
Samen liepen zij huppelend de herberg uit naar buiten
En gaat onze aandacht weer uit naar dat stelletje zuipschuiten
Die inmiddels een plan hadden gesmeed
En ter plekke bedachten zij een kameraden-piratenkreet
In koor riepen zij heel luid
“Wij gaan op pad wij gaan halen die buit!”
Ach die arme KoppieKrauw schrok en vloog weer vliegensvlug
Via Zwartbaard op Groenbaard zijn rug”
“He..”zei Groenbaard: “Wat voel ik nu op mijn r..r..rug?”
“Is dat soms een enorme grote m..m..mug?”
Hij sloeg met zijn armen in het wilde rond
Totdat KoppieKrauw een ander schouder vond
Die van Paarsbaard leek hem wel wat
Hij merkte het toch niet..die was namelijk ladderzat
De piraten sprongen in hun zeilboot
En voeren richting ochtendrood
De piraten vertrokken naar Dodemanseiland
En een paar weken later waren zij daar aanbeland
Vermoeid sprongen zij nonchalant
Met z’n allen tegelijk aan op het land
Roodbaard pakte de schatkaart er maar eens bij
En zo startte de zoekactie en Roodbaard zei: “Volg mij!”
Roodbaard liep voorop met de schatkaart
En als laatste KoppieKrauw op de schouders van Paarsbaard
Zij liepen de route zoals op de schatkaart aangegeven
Maar wie kwamen daar nog uit het voorsteven
Staartje en Lotje die mee waren geweest als verstekelingen
Gleden naar beneden via de ankerkettingen
En Staartje was een echte heer
Hij droeg Lotje over het water en zette haar op het strand neer
Zij volgden de piraten onzichtbaar en geruisloos
En Staartje sloeg zachtjes Paarsbaard bewusteloos
Het publiek door deze actie aangenaam verrast
Riep Staartje toe: “Die is weg die dronken kwast!”
En KoppieKrauw vloog snel weg achter de andere piraten aan
En ging voor alle veiligheid bij Roodbaard op zijn schouder staan
KoppieKrauw zei: “PAARS..PAARS” en “KLAP..KLAP”
Daarna: “NEER…NEER” en “GEEN GRAP”
Roodbaard was blij, want als KoppieKrauw gelijk had
Dat scheelde natuurlijk weer in de verdeling van de schat
Alleen dacht Roodbaard dat het kwam door de alcohol
En hij vond Paarsbaard toch al een flapdrol
Gestaag liep het groepje verder
Maar Blauwbaard was echt geen aansteller
Maar met zo’n lange tocht en een houten poot
Kwam hij al snel aardig in nood
Hij raakte bij het groepje achterop
En kreeg algauw van Staartje een knal voor zijn kop
Het publiek moedigde Staartje heel erg aan
Met de woorden: “ga ook de rest neerslaan!”
De tocht ging verder over hoge bergen en diepe dalen
Totdat Groenbaard last kreeg van één van zijn ingewandskwalen
De pijn werd ondraaglijk en Groenbaard die zijn hele leven al had gezworven
Viel ter plekke neer en is op dat eiland gestorven
Zijn laatste woorden “d..d…darm” en “s..s..stoornis”
Hadden voor de piraten totaal geen enkele betekenis
Het publiek die hier ontzettend van smult
Riep in koor: ”eigen schuld…dikke bult!”
Ineens kwamen ze bij een grote kruis op de grond
Roodbaard stopt plots, waardoor er een zware botsing ontstond
Toen hoorde men een hoop gepiep
Omdat Rosebaard in het midden liep
Die arme Rosebaard, het werd hem niet bespaard
Maar werd per ongeluk doorklieft door de zwaard van Zwartbaard
Rosebaard huilde: “Guttegut, wat zijn jullie gemeen”
“Misschien wel de gemeenste van iedereen!”
En met deze woorden stierf ook Rosebaard, hij was zo lief en zo zacht
Nu waren er nog twee piraten over die konden azen op de schat
En het publiek werd steeds uitzinniger van vreugde
Riep: “Daar gaat er weer een die niet deugde!”
KoppieKrauw door het tumult weer eens geschrokken
Vloog weer op de schouder van zijn eigen baasje Zwartbaard zonder te mokken
Zwartbaard en Roodbaard gingen bij het kruis met hun handen graven
Zelf KoppieKrauw hielp ook een snaveltje mee
“GRAAF…GRAAF”en ”SCHAT..SCHAT”, zei hij en spoorde ze zo aan die twee
Het koste hun 2 loodszware dagen
Maar vermoeid en heel voldaan
Vonden ze uiteindelijk de schatkist bij volle maan
Zij waren gelukkig en o zo blij als twee kleine kinderen
Niemand kon hun geluk meer verhinderen
Maar ze hadden niet op Staartje gerekend de held van dit verhaal
De man met een paardestaart en spieren van staal
Hij kwam plots naar voren
met Lotje in zijn voetsporen
Staartje wees met zijn vinger en zei: “De schat behoort niet toe aan jou of aan jou”
“maar aan dit meisje waar ik zielsveel van hou”
“Zij heeft de schatkaart eerlijk gevonden!”
“Maar werd door Roodbaard met geweld afgedwongen”
“Ja” zei Lotje, “dat is het ware verhaal”
En mijn vriend Flipje werd onthoofd, dat is waar ik nog het meeste van baal”
De twee piraten die waren geschrokken van dit onverwachts bezoek
Zochten een toevluchtsoord, ieder in een andere hoek
KoppieKrauw die even niet wist waar hij naar toe moest
Hield zich voorlopig op de schouders van Lotje koest
Twee piraten tegen één held
Wie zou het eerste worden neergeveld?
Het antwoord hierop kwam al heel gauw
Want Roodbaard kreeg al gauw berouw
Er volgde een gevecht tussen Zwartbaard, Roodbaard en Staartje
Roodbaard sloeg per ongeluk Zwartbaard neer met een vaartje
“Goed gedaan”, riep het publiek wel te verstaan
“Nu moet je allen nog Roodbaard verslaan”
Nu waren alleen Staartje en Roodbaard over
Roodbaard ging in de aanval maar viel, en deed Staartje haasje over
Staartje draaide zich om en schopte Roodbaard tegen zijn kont
Waarna Roodbaard met zijn hoofd een boom doorgrond
Roodbaard stond toen helemaal vast na dit doorboren
Dat kwam door zijn hele grote oren
Hij gilde: “Auw, help” en “maak mij los”
“Blijf jij maar lekker hangen” zei Staartje, “je bent nu gewoon de klos”
Het scheelde allemaal maar een haartje
Maar nu het afgelopen was vloog Lotje in de armen van Staartje
KoppieKrauw vloog verschrikt op zonder overleg
Met de woorden: “ik ben nu even een sta in de weg”
Staartje en Lotje pakte samen tevreden de schatkist zo zwaar als lood
En wandelden terug naar de boot
KoppieKrauw koos eieren voor zijn geld
En vloog op de schouders van onze held
Lotje en Staartje hadden het geluk gevonden zonder een klavertje vier
Met elkaar, de schatkist en een nieuw huisdier
KoppieKrauw was nu ook zielsgelukkig
En leefden zij met elkaar nog lang en gelukkig