Middeleeuwen rollenspel verhaal
Een Middeleeuwen rollen spel, dit is ideaal voor de bonte avond! een act waar de leiding “voor schut” wordt gezet voor de kids. De bedoeling is dat 1 leiding het verhaal verteld aan de kids. De andere leiding weten niet wat het verhaal is. Zo moeten de leiding die in het Middeleeuwen rollenspel zitten improviseren. Het is een leuk verhaal met interactie tussen het publiek en de spelers.
Rolverdeling Middeleeuwen rollenspel
Verdeel de rollen tussen de leidingen. Lees het verhaal een keer en kijk wie er goed in de rol past. Altijd leuk om de nieuwe leiding (magda’s) ervoor te nemen. Zorg ook voor leuke kleding voor de leiding. Dit maakt het een stuk leuker!
[leiding naam] – Nar
[leiding naam] – Beul – bijl, hairspray
[leiding naam] – Ridder – Stok met touw/ontbijtkoek
[leiding naam] – Odela
[leiding naam] – Eggebrecht – ketting
[leiding naam] – Lexmond
[leiding naam] – Margriet – Toverstokje, ontbijtkoeken in theedoeken
[leiding naam] – Draak
Benodigdheden
- Ketting voor Eggebrecht
- Stok met touw-koekhappen voor de zwarte ridder
- Bijl en toiletspray voor Alwin
- Steen met zwaard
- Drakekop met stoom
- toverstok
Startpositie
Locatie…Kerker
Ten opzichte van het publiek
Links: Eggebrecht aan ketting in de muur vastgebonden
Rechts zittend: Odela
Voorgrond op grond liggend: Lexmond
In het midden: Alwin de Beul
Achter de deur: de zwarte ridder
Margriet de dienstmeid
De Nar
Het middeleeuwen verhaal / rollenspel
Start met
De kinderen komen binnen kerker geluiden
Start van het middeleeuwen verhaal
Jullie zijn nu in de kerkers beland
Van de zwarte ridder zonder land
De kerker ligt diep onder het kasteel
Iets wat je niemand aanbeveel
Als je goed luistert hoor je vaak een ijselijk gegil (gegil)
En dan is het niet iemand die uitglijdt over een bananenschil
Het gegil komt van dieven en moordenaars die zijn gevangen (gegil)
En die worden gemarteld met allerlei enge tangen
Kijk, daar links van je zie je Eggebrecht
Doof en stom, maar ook door en door slecht
Vastgeketend aan de muur
Is hij bepaald geen moederfiguur
Hij heeft heel veel misdaden op zijn geweten
En kan alleen maar praten door het geven van oerkreten
Als jullie hem horen praten
Dan kunnen jullie het boe-geroep zeker niet laten
En rechts van jullie zit op de grond Odela
Een dame van stand uit Appelscha
Het lot is haar zeker niet goed gezind
Als je ziet in wat voor positie zij bevindt
Zij is niet slecht of iets dergelijks
Maar haar stem klinkt zo onwerkelijks
zij kan gewoon niet stoppen met zingen
Waarvan ieders oren van openspringen
Dus als zij haar mond open doet
Dan houden jullie handen voor je oren met spoed
En voor je op de grond
Ligt die arme Lexmond
Een jonge kruimeldief met een gebrek
Hij is blind en lekker gek
Daarnaast stottert hij er ook nog bij
En heeft een slingerarm overgehouden na een valpartij
Nu heb je kennisgemaakt met de gevangenen van dit kasteel
En natuurlijk heb je ook nog de bewoner en het personeel
Wat dacht je van Alwin de beul
Hij komt rechtstreeks uit Apenheul
Hij loopt als een chimpansee
En zijn wapen is een bijl en een hairspray
En wie komt daar de kerker binnen stappen
De zwarte ridder die constant oefent voor het Nederlands kampioen koekhappen
Een ridder altijd gevochten tand om tand
En hierdoor verloren zijn rechterhand
Hij loopt naar Eggebrecht niet om te babysitten
Maar om te kijken of de kettingen nog goed vastzitten
Hij rammelt met de ketting van Eggebrecht (kettingerammel)
En zegt met een zware piepstem “o,o,o wat ben jij slecht”
“gelukkig zit jij goed vast, jij vuile dief”
“want niemand vind jou echt lief”
Eggebrecht geeft hierop antwoord met zijn oerkreten
Terwijl hij, onder jullie boegeroep, zich krabbelt aan zijn vlooienbeten
Vervolgens loopt de zwarte ridder naar Odela
Al koekhappen oefenend, zijn domme verstand achterna
Want voordat hij bij haar is aangekomen
Zingt zij hem toe met hoge tonen
“o zwarte ridder laat mij toch gaan
“ik heb U toch niets misdaan?”
Verschrikt houdt iedereen hun handen voor hun oren
Want het was werkelijk niet om aan te horen
Odela zei: “ik zit al heel lang onschuldig vast”
“ik heb zelfs nu in mijn broek geplast”
De Ridder met zijn zware piepstem gaf hierop als antwoord
“vrouwe Odela, indien u kiest voor een andere muzieksoort”
Ik degene ben die u uit deze donkere kerker zal begeleiden
Zodat u weer kunt zingen met uw oude buurmeiden”
“Maar zolang dat niet is gebeurd
Is het het volk wat steeds om uw zangstem treurt”
En daar was Lexmond nog, die arme jongen
Hij zit niet vast, met kettingen gedwongen
Hij staat op en groet de zwarte ridder heel beleefd
Met zijn slingerarm die in de lucht zweeft
“Mijne heer, ik groet u bij dezen” stotterde hij
“U te mogen zien, maakt mij heel erg blij”
“Want ik mag dan wel een slingerarm hebben en stapelgek zijn”
“toch ben ik iemand uit de koningslijn”
“Het vierde koningskind in rij om wel te wezen”
En ik ben het zat dit gevangeniswezen”
“Wel, wel, wel” zei de zwarte ridder met zijn typische stemgeluid
“Bewijs het maar, dan ga je vrijuit”
“Er is een zwaard dat vastzit aan een steen
Mijne Beul die brengen hem hierheen”
En onder veel gekreun en geklaag
Bracht Alwin de loodzware steen heel traag
Terwijl de zwarte ridder zijn aandacht niet verslapte
En weer driftig naar de koek hapte
De zwarte ridder zei “alleen een koningskind kan hem los trekken”
“Als het je lukt dan kan je in vrijheid vertrekken”
Alwin de Beul die de steen had gebracht
Leidde Lexmond met veel ondersteunende armkracht
Naar de steen met het zwaard
Terwijl hij moest uitkijken voor de arm die links en rechts zwaait
Lexmond probeerde het zwaard vast te grijpen
Maar dat valt niet mee met zo’n slingerarm om in het handvat te knijpen
Aangemoedigd door Eggebrecht met zijn oerkreten
En het gezang van Odela niet te vergeten
En met jullie boe-geroep en oren gesloten
Voelde Lexmond zich omringd door bondgenoten
Hij omvatte met goed geluk het zwaard bij het gevest
En voor de rest ging alles opperbest
Eerst hoorde je een hoop gekraak kraakgeluiden
En terwijl Eggebrecht nog even een haarbal uitbraak
trok Lexmond met een ruk het zwaard uit de steen plopgeluid
Onder luid applaus van iedereen
“Zie hier” zei Lexmond stotterend maar apetrots
“Trek ik zomaar die steen uit deze rots”
“Het bewijs is geleverd ik ben van Koninklijken bloede”
“Ook al leef ik in grote armoede”
“u moet mij nu laten gaan”
“Zodat ik kan gaan hier ver vandaan”
“Nee wacht” zei de zwarte ridder met zijn bekende stem
“Hierbij trek ik nog even aan de noodrem” remgeluid van trein
“Het land wordt bedreigd door een vuurspuwende draak”
“Hem doden is een echte koningstaak”
“Daarom vraag ik u om een deze gunst”
“En laat ik ook vrij Odela met haar zangkunst”
“Daarnaast krijgt u van mij mijn dienstmeid mee”
“Zij maakt de lekkerste aardappelpuree”
“Haar naam is Margriet”
“Een hele mooie meid zoals je ziet”
“Een lieve en verlegen dienstmeid”
“Goudeerlijk en vol oprechtheid”
“Een dochter van een molenaar”
“Maar in het geheim is zij een tovenaar”
Hierop maakte Margriet een vreugdedansje (kort) dansmuziekje
Want dit was voor haar een leuk buitenkansje
“En ik geef je” zei de zwarte ridder “ook mijn nar mee als je blindengeleidehond”
Hij is sterk, trouw en iemand die altijd voor mij klaar stond”
De nar vol grappen en grollen
Kwam heel snel binnen hollen
Al vallend en springend en nog een koprol er achteraan
Bleef hij vol blijdschap vlak voor Lexmond staan
Hij zei: “koningskind, u hebt mij als uw vervangende ogen meegekregen”
“Daarom mag u springen op mijn rug, op al uw wegen”
Zo gezegd en zo gedaan
Lexmond sprong op de rug van deze nederige onderdaan
“Ik ga mijn best doen” stotterde Lexmond met een pokerface
Maar ondertussen was hij eigenlijk bang en bevrees
Hij zei: “Want een draak verslaan dat doe je niet zomaar”
“Ik moet iets hebben wat mij maakt tot overwinnaar”
“Daarom neem ik het zwaard mee op deze drakenjacht”
“Want dat geeft mij heel veel macht”
“Laat Odela dus nu maar vrij”
“Dan kan ze gaan werken bij een schapenfokkerij”
Odela was natuurlijk door het dolle heen vogeltjesdans
Waardoor ze al dansend met de koekhappende ridder uit de kerker verdween
En de beul? Die ruimde de zware steen weer kreunend op
En Eggebrecht ging weer lekker rusten, die slaapkop
Dapper en welgemoed
Zo vertrok de bonte stoet
De dienstmeid zo trouw en zo blij
En de nar met Lexmond op zijn rug erbij
Op zoek naar de gevaarlijke vuurspuwende draak
Want hem verslaan was nu de hoofdzaak
Zo liepen zij over bergen en dalen
En Margriet klom zelfs af en toe in lantarenpalen
Onderweg toverde zij de lekkerste ontbijtkoeken
En bewaarde ze in haar theedoeken
Op zoek naar de draak zo groot en zo sterk
Vonden ze hem eindelijk in de toren van een kerk
“ren naar boven” zei Lexmond tegen de nar
“ren nog sneller dan een jaguar”
En hij zwaaide met zijn zwaard gevaarlijk in het rond
Al rennend botsten zij tegen Margriet, waardoor zij viel op de grond
Hierdoor gooide Margriet per ongeluk een ontbijtkoek tegen Ramon
En rende de nar met Eggebrecht op zijn rug naar de toren zo snel als hij kon
Boven in de toren zat de draak zo sterk en zo groot
Met ogen zo groot als een walnoot
Hij schrok van het onverwachte bezoek
En zei “Man, ik poep zowat in mijn broek”
“Wie zijn jullie en waarom komen jullie mij lastig vallen”
Waarop Eggebrecht zei : “vrees jij lelijke draak, wij komen jou aanvallen”
“Dood hem snel” zei de nar “want je wordt nu toch wel een aardig gewicht”
“Dood die draak en steek hem in zijn aangezicht”
Eggebrecht begon vervaarlijk met zijn zwaard te zwieren
En de nar voelde de zwaard een paar maal langs zijn oren vieren
“voordat u mij neersteek” zei de draak
“wil ik dat u eerst met mij kennismaak”
“Ik ben alleen maar gevaarlijk als ik honger heb of iemand mij lastig valt”
“En hierdoor mijn hele dag is verknald”
“daar ik nu honger heb en u zonder kloppen binnen komt”
“zal ik jullie genadeloos roosteren totdat uw stem verstomd”
Plotseling kwam Margriet aanrennen
“Wacht” riep zei tegen de draak, “laat mij eerst proberen u te verwennen”
“want mijn ontbijtkoeken zijn altijd zeer gewild”
“en is hiermee misschien uw honger gestild”
Zij pakte haar haar toverstaf en toverde heel snel
Een stapel ontbijtkoeken met boter en wel
“Wouw” zei de draak: “ dat heb ik nog nooit gegeten”
“Ik heb nog nooit van het bestaan van ontbijtkoek geweten”
“Maar als ze lekker zijn dan zal ik jullie leven besparen”
“En komen jullie niet te zitten onder de brandblaren”
Lexmond bracht de ontbijtkoeken terstond
Naar de draak zijn geopende mond
Vol spanning wachtten zij zijn reactie af
Of hij het lekker vond of misschien wel overgaf
De draak smakte en kwijlde tijdens de maaltijd
Terwijl de Nar van de zenuwen een dansje deed uit zijn gabbertijd gabbermuziekje
“Wouw” zei de draak “is me dat even lekker”
“Veel lekkerder dan een droge cracker”
De nar, Margriet en Lexmond bekeken dit schouwspel
En maakten van vreugde met zijn drieën een Yell
En plakte daar nog een line dance achteraan Hey Macarena
Voordat zij weer terug wilden gaan
“Wouw”zei de nar tegen Lexmond
“Dit alles was beter dan een drakengevecht”
“Zonder bloedvergieten heeft u de draak verslagen”
“Daarom zal ik u nu weer naar het kasteel toe dragen”
Terwijl Lexmond weer op de rug van de nar klom
Kwam hij tot de volgende slotsom
“Luister” Lexmond: “de eer komt helaas niet aan mij toe”
“Maar aan die lieve Margriet met haar tovergedoe”
“Ik heb veel bewondering voor haar gekregen”
“en kan wel zo’n vrouw gebruiken in mijn dagelijks leven”
“Daarom lieve Margriet, wil ik vragen, wordt mijn vrouw”
“En dan beloof ik jou mijn eeuwige trouw”
Margriet die wel een oogje had op deze dappere man
Voelde wel iets voor dit samenvoegingsplan
Ze zei: “prima heer, ik zal met uw trouwen”
“dan kunnen we gelijk een leuk feestje houwen”
“Als dank zal ik jullie nu laten gaan” zei de draak
“en als wederdienst vuurspuwen op jullie bruiloft als vermaak”
Lexmond was natuurlijk super blij
En had wel zin in een trouwpartij
Hij zei ”beste nar, huppel van vreugde terug naar het kasteel”
“En u draak, nodig ik ook uit bij dit huwelijksritueel”
Margriet huppelde samen met de nar met Lexmond op zijn rug
Naar het kasteel al vrolijk en vliegensvlug
Daar stond de kasteelheer al op hun te wachten
Nog steeds naar zijn ontbijtkoek te smachten
Samen met de beul en Eggebrecht
Die dit keer niet aan de ketting was vastgelegd
De nar zei: “Beste Heer, er is veel gebeurd”
“de draak is juist goed gehumeurd”
“En Lexmond en Margriet
Zijn dolverliefd zoals u ziet”
“Wel” zei de ridder met zijn bekende stemgeluid
“Dan hangen wij natuurlijk de vlaggen uit”
“Ik zal jullie nu gelijk gaan trouwen”
“Zodat we een feestje kunnen gaan bouwen”
“Daarom nodig ik het hele volk hierbij uit”
“Om te gaan staan voor deze bruidegom en bruid”
Het volk ging staan want die hadden wel zin in een trouwerij
En daar kwam ook nog Odela van de schapenfokkerij
De ridder zei “Beste Lexmond wilt gij Margriet als uw vrouw”
“En Margriet wilt gij dat hij met jou trouw”
Beiden zeiden volmondig hardop “Jazeker”
Waarop Odela zong: ”De Hypotheker”
De ridder zei: “Dan verklaar ik jullie nu vrouw en man”
“Dit is dus een echte kasteelroman”
We gaan nu feesten tot in de late uurtjes
En nagenieten van onze kamp- en draak avontuurtjes
Lexmond en Margriet, jullie mogen dit bezegelen met een zoen
En dan gaan we nu met z’n allen nog even dat leuke dansje doen Hey Macarena